Onderweg naar St. Goar kom ik voor de eerste keer fietsers tegen die waarschijnlijk ook naar Rome gaan. Het zijn overduidelijk Nederlanders (geen helm, beetje eigenzinnig gekleed); ze rijden me voorbij terwijl ik bramen aan het plukken ben, ik zie ze later niet meer terug. Ik had gedacht meer Rome reizigers op mijn tocht tegen te komen, maar waarschijnlijk gaan de meesten in het voorjaar, de periode die door Reitsma wordt aanbevolen. Ik ben eigenlijk best benieuwd hoeveel mensen elk jaar deze route rijden, of een deel ervan. Hoeveel zouden dat er zijn? Misschien kan je het globaal berekenen aan de hand van het aantal verkochte boekjes waarin de route beschreven staat, en dan bijvoorbeeld een factor 1,5 of 2 erop loslaten (stellen zullen waarschijnlijk maar één set boekjes kopen; soms lees je ook verhalen van hele families die naar Rome rijden). Misschien een leuk afstudeerproject voor een student statistiek.
Om andere Rome reizigers te ontmoeten zou ik er misschien goed aan doen om op campings te gaan staan: ik vermoed dat de meeste reizigers op die wijze overnachten. Ikzelf heb echter geen moment serieus overwogen om te gaan camperen: ik slaap doorgaans niet goed op matjes, het lijkt me veel gedoe om elke dag een tent op te zetten en weer af te breken, en het betekent extra balast op de fiets. Daarbij vind ik het interessant om hotelletjes, B&B en andere onderkomens te ontdekken. En eerlijk gezegd mis ik het contact met andere Rome reizigers (nog) niet.
Camperen zal vast goedkoper zijn dan 'hotelletjes', maar ik vraag me af of het verschil erg groot is. Met één uitzondering hebben de hotelletjes me steeds 40-45 euro gekost, inclusief een riant ontbijt, waar ik vaak ook een paar lunch bolletjes van gemaakt heb. Wat kost een sta-plaats op een camping tegenwoordig, 10, 15, 20 euro? Als je dan zelf broodjes, beleg, jus d'orange, yoghurt, thee en (soms) fruit wil organiseren, kom je vermoedelijk een eind in de richting van de prijs die ik betaal.
De reis gaat vandaag weer langs de Rijn, maar onder de grijze hemel ziet het landschap er iets minder spectaculair uit dan gisteren. Wel blijft het een groot genot om de wijnstokken op de oevers te zien, en de grote boten die manoeuvreren op de machtige rivier, voorbij de Loreley en de bocht van Bingen. Her en daar staan kastelen, en er zijn diverse statige, chique, prettig oubollige hotels - met namen als Rheinblick, Rheinlust, Rheinterrasse en het universele Bellevue - die mij aan mijn lieve vrienden Robert en Frits doen denken. Een ijzeren strip op de weg markeert het punt waar ik de 50ste graad noorderbreedte passeer.
Wat wel echt spectaculair blijft, is de hoeveelheid bramen. Het voorjaar mag dan de officiële ideale reistijd zijn, voor bramenliefhebbers is augustus een uitgelezen reisperiode. Pablo, Arwen, Daan, Willem, als we ooit nog eens bramenjam willen maken huren we half augustus een boot waarmee we de Rijn opvaren: overdag kunnen we dan aan de oever bramen plukken, om die dan 's avonds op de boot tot jam te vermaken. Nog voor we in Basel aankomen hebben we dan een grote container vol jam potjes, waarmee we veel vrienden kunnen maken.
Gelukkig gaat mijn fietstocht aan de grote stad Mainz voorbij: ik ben tijdens deze tocht het liefst buiten, in de campagne. Behalve bramen kom ik nog meer fruit tegen: pruimen, appels, en natuurlijk eindeloze druiven, voor de Rheinwein die hier gemaakt wordt. Tussen de gemaaide graanvelden gaat mijn pad, waar snelle konijnen en een suffe fazant de opmaat lijken te vormen tot een mooi diner. Dat heb ik mij beloofd in Nierstein, en ik houd woord: op de markt, bij de plaatselijke Weinstube, laat ik mij verwennen met roastbeef en aardappels, en een stuk kaas toe. Het geheel wordt vergezeld door een, twee, misschien drie glaasjes locale wijn: sommige voornemens moet je niet te serieus nemen.
Statistieken:
Zondag 18 augustus: Rhens-Nierstein
Afgelegde dagafstand: 108,77 kmReistijd: 5:55 uur
Gemiddelde snelheid: 18,3 km
Max. snelheid: 42 km
Totaal afgelegde afstand: 616,02 km
Geen opmerkingen:
Een reactie posten