zondag 18 augustus 2013

Dag 5 : Onder de zon langs de Rijn

Het ontbijt in de biergarten is vorstelijk, maar toch begint de dag met een tegenslag: de achterrem van mijn fiets is geblokkeerd. Het wiel zit helemaal vast, ik kan het geen millimeter bewegen. Ai ai. Hoe komt dit nou? Maar vooral: hoe los ik dit op? Ik weet weinig van de techniek van mijn fiets - niet verstandig wellicht, maar zo is het - en het boekje met de summiere gebruiksaanwijzing van mijn Koga bevat niet de informatie die ik nodig heb

Ik bel de fietsenmaker in Villip, maar het antwoordapparaat vertelt dat hij slechts open is van maandag tot en met vrijdag - en we leven zaterdag. Ik vind het knap dat de goede man het zich kan permitteren om het hele weekend dicht te zijn, maar van hem hoef ik dus niets te verwachten, zoveel is duidelijk.

De mevrouw van het hotel geeft goede raad: zes kilometer uit de route is een fietsenmaker die wel open is. Ik demonteer mijn achterrem - dat kan ik dan weer wel - en rijd met alleen een voorrem naar Merl, waar de andere fietsenmaker gevestigd is. In een handomdraai heeft deze held mijn rem gemaakt, en het kost me geen stuiver. Even ben ik de gelukkigste man op aarde.

Het hele akkefietje heeft me behoorlijk wat tijd gekost, waardoor ik pas tegen het middaguur wegrijd uit Villip. De zon brandt boven mijn hoofd, ik heb het zwaar. Al na een half uur neem ik een rustpauze, onder de schaduw van twee bomen met een kruis in het midden. Het lijkt erop dat de bomen zijn geplant toen het kruis werd opgericht - waarschijnlijk voor een verkeersslachtoffer - het geheel ziet er dierbaar uit. Terwijl ik een hele bidon leegdrink, kijk ik naar twee paarden in de wei. Een van hen heeft een kapje over zijn kop: ik weet niet waarvoor dat is (tegen vliegen of tegen licht?) en neem me voor het bij terugkomst aan Celeste vragen, de dochter van mijn Amsterdamse buurman, die alles van paarden weet.

Ik rijd verder richting de Rijn. Het gaat langzaam, ik ben zwaar in de benen. Dat zal vast te maken hebben met de warmte, maar ik vermoed dat de biertjes van gisteren ook hun tol eisen. Dokter Blom had me nog zo gewaarschuwd: 'Wees matig met drank, dat bijt met de trapfrequentie'. Ik denk dat ik zijn woorden in eerste instantie niet zo serieus genomen heb, omdat de dokter zelf op het terrein van de alcoholica nogal flexibel met zijn goede voornemens omspringt. Ik neem me echter plechtig voor de komende dagen beter op te letten.

Met twee goede remmen is het prettig afdalen naar de Rijn. Ik zie de rivier liggen en ben op slag verliefd: wat ligt zij daar groots, majesteitelijk, eeuwig. Ik kijk een paar minuten mijn ogen uit en begin dan aan mijn tocht langs haar oever, richting het zuiden. 

In Remagen maak ik een internet stop en werk mijn blog bij. Dan zie ik dat het al tegen vieren loopt. Ik breek mijn kamp op en vervolg mijn route langs de Rijn. Daar loopt een jongen met een zwart T-shirt met daarop in grote witte letters de tekst 'Fuck your God'. Zoiets had je tot voor enkele jaren geleden niet kunnen zien. Nadert de secularisatie zijn voltooiing? Ik betreur al snel dat ik geen foto heb gemaakt. 

In Koblenz word ik opgewacht door een rockband. Ik bezoek het Deutsches Eck, waar de Moezel in de Rijn stroomt, en waar ik een aantal jaar geleden om professionele redenen ook al was, met Peter Kortenhorst. Goede herinneringen.

Op de weg die hierna volgt kom ik eindeloos veel rijpe bramen tegen, Wahnsinn. Ik moet tempo houden, maar toch voel ik me verplicht om af en toe een paar bramen te helpen. Want welke bestemming heeft een braam in het leven? Voortplanting, wellicht, al lijkt me dat hiermee in de buurt van vele andere bramenstruiken weinig eer te behalen valt. Nee, het hoogste wat deze bramen in hun leven kunnen bereiken, me dunkt, is om te worden geconsumeerd door een mens die daar, de principes van mindfulness indachtig, intens van geniet. Van alle kanten hoor ik hun smachtende stemmen: 'Neem me! Pluk me! Eet me!' Ik zet mijn beste beentje voor, maar na een paar volle handen kan ik geen enkel verzoek meer bevredigen. Ik laat de bramen achter, in de hoop dat ze door andere reizigers gegeten worden voordat ze roemloos op de grond vallen of, misschien erger nog, een langzame schrompeldood sterven.

Een grote cola lijkt alle bier uit mijn benen te spoelen, en in rap tempo rijd ik naar Rhens. Daar neem ik mijn intrek in een eenvoudig hotelletje. Na een heerlijke douche zoek ik een plaats in de biergarten, met uitzicht op de Rijn. Grote schepen manoeuvreren door het schemerdonker, het is een machtig gezicht. Op de vraag van de ober wat ik wil drinken, zeg ik zonder aarzelen: 'Eine grosse Flasche Mineralwasser, bitte'.


Statistieken: 

Zaterdag 17 augustus: Villip-Rhens 
Afgelegde dagafstand: 76,34 km
Reistijd: 4,26 uur
Gemiddelde snelheid: 17,1 km 
Max. snelheid: 44 km 
Totaal afgelegde afstand: 507,25 km











Geen opmerkingen:

Een reactie posten